Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank de stelling van X over het gebrek aan inzicht van de verdeelsleutel van de kosten over de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing, terecht heeft verworpen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X komt in bezwaar, beroep en hoger beroep tegen onder meer aanslagen watersysteemheffing en zuiveringsheffing van Belastingsamenwerking Oost-Brabant.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2022/17.23.45) oordeelt dat de rechtbank de stelling van X over het gebrek aan inzicht van de verdeelsleutel van de kosten over de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing, terecht heeft verworpen. De rechtbank oordeelde dat de Programmabegroting dat inzicht wel degelijk geeft. De opbrengstlimiet is niet overschreden. De rechtbank heeft terecht slechts eenmaal een ISV van € 500 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn. Voor de toepassing van de toekenning van een immateriële schadevergoeding geldt dat het, zowel in de bezwaar- als in beroepsfase, gaat om zaken die in hoofdzaak betrekking hebben op één onderwerp.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 122f

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Informatiesoort: VN Vandaag

Editie: 30 augustus

89

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen