De Hoge Raad geeft een overzicht van zijn oordelen over de vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaken. Dit overzichtsarrest bevat naast de geldende jurisprudentie ook oordelen over kwesties waarover de Hoge Raad zich nog niet heeft uitgesproken, maar die zich in de praktijk met enige regelmaat voordoen.

Erflaatster heeft rechtsmiddelen aangewend tegen een aan haar opgelegde aanslag IB/PVV 2001. In geschil is of belanghebbende, X, als een van de erfgenamen aanspraak maakt op een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in deze zaak. Hof Den Haag oordeelt dat X als mantelzorger in aanmerking komt voor een schadevergoeding die tevens betrekking heeft op de termijnoverschrijding vóór het overlijden van erflaatster. De vergoeding berekent het hof op € 4500.

De Hoge Raad geeft een overzicht van zijn oordelen over de vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaken. Dit overzichtsarrest bevat naast de geldende jurisprudentie ook oordelen over kwesties waarover de Hoge Raad zich nog niet heeft uitgesproken, maar die zich in de praktijk met enige regelmaat voordoen. In het onderhavige geval oordeelt de Hoge Raad dat het hof na de toekenning van de schadevergoeding het griffierecht in de hoofdzaak aan X had moeten vergoeden. De Hoge Raad doet de zaak zelf af en bepaalt de schadevergoeding op € 5500. Voor de onderhavige cassatieprocedure bedraagt de vergoeding € 1000. Het cassatieberoep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 februari

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen