Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de mrb-naheffing terecht is, aangezien destijds werd geduld dat het algemene rijverkeer gebruik maakt van het terrein.

Belanghebbende, mevrouw X, heeft drie Volkswagen personenauto's die tot haar bedrijfsvoorraad behoren. De auto's staan op 17 januari 2017 op het parkeerterrein van de buurman dat door X wordt gehuurd. In geschil zijn drie naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting over de afgelopen twaalf maanden van elk € 424 en de drie 100% verzuimboetes. De auto's waren namelijk niet voorzien van een handelaarskenteken.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de naheffing terecht is, aangezien destijds werd geduld dat het algemene rijverkeer gebruik maakt van het terrein (vergl. HR 11 mei 2007, nr. 41.912, V-N 2007/23.23). Het maakt niet uit dat er bij de toegangen inmiddels borden staan met de tekst 'Verboden toegang art. 461 wetboek van strafrecht'. Op de controledatum was dit namelijk nog niet het geval. Ook voor het overige is de naheffing terecht. Bij het ontbreken van een handelaarskenteken gaat de wet namelijk standaard uit van een naheffingstermijn van twaalf maanden. Het beroep van X is slechts gegrond met betrekking tot de boetes, waarvan de inspecteur uiteindelijk heeft gesteld dat die toch kunnen vervallen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 9 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen