X woont in Duitsland en ontvangt in 2017 vanuit Nederland een pensioenuitkering en een AOW-uitkering van in totaal € 25.753. De inspecteur betrekt het volledige inkomen van X in de heffing van inkomstenbelasting bij het opleggen van de ambtshalve aanslag voor het jaar 2017. X stelt dat, op basis van het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland, het Nederland niet is toegestaan om belasting te heffen over het pensioeninkomen. Daarnaast stelt X dat hij niet de financiële middelen heeft om de inkomstenbelasting te betalen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het Nederland en Duitsland is toegestaan om te heffen over het pensioeninkomen. Het inkomen dat X ontvangt vanuit Nederland gaat de in art. 17 van het verdrag genoemde drempel van € 15.000 te boven. Het is daardoor Nederland ook toegestaan om belasting te heffen over het pensioeninkomen. Het feit dat X niet voldoende financiële middelen heeft, doet niet af aan dit oordeel. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant