Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de aan X ter beschikking staande wisselende Turkse hotelkamers niet kunnen worden aangemerkt als een duurzaam tehuis. Uit het OESO-commentaar kan namelijk worden afgeleid dat een woonruimte permanent en continu ter beschikking moet staan.
X is gehuwd en heeft de Nederlandse nationaliteit. Hij woont officieel met zijn echtgenote in hun eigen woning in Nederland. X is piloot en ontvangt in dat kader vanaf 2013 pensioen. Vanaf 2014 werkt X in loondienst bij een Turkse maatschappij en vliegt vanaf hun thuisbasis voornamelijk intercontinentaal. Na iedere drie weken heeft X één week verlof. In 2016 verblijft X aldus 206 dagen buiten Nederland en verblijft hij in hotels. De resterende (verlof)dagen verblijft hij in Nederland. In geschil is waar X zijn fiscale woonplaats heeft. Volgens de inspecteur woont X nog steeds in Nederland. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. In hoger beroep is de aanslag ambtshalve verminderd, omdat X niet in Nederland sociaal is verzekerd en dus recht heeft op vrijstelling voor de volksverzekeringen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aan X ter beschikking staande wisselende Turkse hotelkamers niet kunnen worden aangemerkt als een duurzaam tehuis. Uit het OESO-commentaar kan namelijk worden afgeleid dat een woonruimte permanent en continu ter beschikking moet staan. Bovendien zijn de persoonlijke en economische betrekkingen met Nederland het nauwst. Zo was duidelijk dat X voor de Turkse maatschappij slechts enkele jaren zou werken en dat het daarom nooit de bedoeling is geweest om zich er definitief te vestigen. X is binnenlands belastingplichtig en óók voor verdragsdoeleinden is hij inwoner van Nederland.
Lees ook het thema Grensoverschrijdende arbeid: wonen in Nederland, werken in het buitenland.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 7 februari