Rechtbank Arnhem oordeelt dat de bewijslast moet worden omgekeerd en dat belanghebbende de onjuistheid van de ambtshalve opgelegde Vpb-aanslag 2005 niet heeft aangetoond.

Belanghebbende (stichting X) is opgericht door A, haar enige bestuurder. Belanghebbende biedt diensten aan ter bescherming van rechten van aan belanghebbende gerelateerde organisaties en personen. Omdat belanghebbende de aan haar uitgereikte aangiftebiljetten niet oplegt, legt de inspecteur ambtshalve een Vpb-aanslag op over het jaar 2005 naar een belastbaar bedrag van € 100.000. De inspecteur gaat daarbij uit van de uitlatingen van A tijdens de procedure en de website van belanghebbende. Rechtbank Arnhem oordeelt dat de bewijslast moet worden omgekeerd en dat belanghebbende de onjuistheid van de ambtshalve opgelegde Vpb-aanslag 2005 niet heeft aangetoond. Vervolgens stelt de rechtbank echter vast dat de inspecteur de correcties willekeurig heeft vastgesteld. De rechtbank overweegt hierbij dat uit de teksten op de website van belanghebbende en de tamelijk pretentieuze uitlatingen in woord en geschrift van A zou moeten worden opgemaakt dat A succesvolle ondernemingen in het internationale zakenleven heeft, maar dat daarvan uit de stukken niets blijkt. Volgens de rechtbank komt uit de stukken veeleer het beeld naar voren dat allerlei projecten in de opstartfase zijn blijven steken of op niets zijn uitgelopen. De rechtbank stelt het belastbaar bedrag daarom vast op de door belanghebbende in haar jaarstukken 2005 verantwoorde omzet: € 18.391. De rechtbank vermindert de aanslag.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

4

Gerelateerde artikelen