Belanghebbende, X, procedeert bij Rechtbank Gelderland tegen een aanslag IB/PVV. X oefent een zelfstandig beroep uit en claimt bij de rechtbank een vergoeding van verletkosten op basis van vier uren verlet. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, maar beperkt de vergoeding van verletkosten tot één uur. Bij het hof herhaalt X zijn pleidooi voor een vergoeding op basis van vier uren. Het proces-verbaal van de zitting vermeldt daarover: “(…) Dat lijkt veel omdat de zitting in zijn woonplaats plaatsvond maar hij moest die dag naar Utrecht. Door de zitting kon hij daar pas vier uur later naartoe.” Hof Arnhem-Leeuwarden ziet geen ruimte voor een ruimere vergoeding en merkt op dat verletkosten beperkt zijn tot de kosten van tijdverzuim voor het bijwonen van de zitting en de heen- en terugreis.
De Hoge Raad oordeelt dat een vergoeding van verletkosten niet zonder meer beperkt is tot de tijd die is gemoeid met het onderzoek ter zitting en de heen- en terugreis. Uit de uitspraak van het hof blijkt niet op welke grond(en) het hof tot het oordeel is gekomen dat het tijdverzuim voor het bijwonen van het onderzoek ter zitting van de rechtbank niet vier uren was, zoals door X opgegeven. Daarmee heeft het hof hetzij blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, hetzij zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X gegrond en verwijst de zaak naar Hof ’s-Hertogenbosch.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 1
Algemene wet bestuursrecht 8:75