Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de heffing van motorrijtuigenbelasting is gekoppeld aan het houderschap, zijnde de feitelijke beschikkingsmacht over de auto. Op het moment van de controle had de heer X de beschikking over de auto, zodat de naheffing terecht is.

Belanghebbende, de heer X, is geboren in Polen en staat sinds 2012 ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP). Op 30 december 2015 wordt geconstateerd dat X gebruik maakt van de openbare weg met een auto die is voorzien van een Pools kenteken. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting is opgelegd van € 819, alsmede een 100% verzuimboete. Volgens X is de auto van iemand anders en moest hij er slechts vanwege een door hem uitgevoerde reparatie even in proefrijden. Rechtbank Den Haag matigt de boete conform het standpunt van de inspecteur tot € 809. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de heffing van motorrijtuigenbelasting is gekoppeld aan het houderschap, zijnde de feitelijke beschikkingsmacht over de auto. Op het moment van de controle had X de beschikking over de auto, zodat de naheffing terecht is. Voor zover X bedoelt te stellen dat de boete nader verlaagd moet worden in verband met zijn financiële positie, geldt dat daartoe onvoldoende is aangedragen. Voor zover X bedoelt te stellen dat hij een betalingsregeling wil, dan moet hij zich tot de ontvanger wenden. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 7

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Den Haag

2

Gerelateerde artikelen