Overdracht van Definitieve investeringsverklaringen kan lonend zijn in de uitzonderlijke gevallen waarbij een verhuurder niet zelf in de gelegenheid is om zijn heffingskorting te verzilveren binnen de wettelijke termijn. De overnemende rechtspersoon maakt hierbij gebruik van de groepsaangifte. Dit antwoordt minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op berichten dat de Twentse corporatie Domijn met een truc de verhuurderheffing omzeilt.

Een verhuurder die in aanmerking wil komen voor de Regeling vermindering verhuurderheffing kan een Voorlopige investeringsverklaring (VIV) aanvragen, mits de aanvrager verhuurderheffingsplichtig is. De VIV wordt afgegeven voor een woning resp. locatie, en niet voor een aanvrager. De verhuurder kan na oplevering de Definitieve investeringsverklaring (DIV) aanvragen, en deze in aftrek brengen in zijn aangifte verhuurderheffing. Dit kan echter nooit tot een teruggave leiden. Indien de heffingsverminderingen de verschuldigde verhuurderheffing overtreffen, kan het surplus van heffingsverminderingen in één van de volgende drie jaren in aftrek gebracht worden. Het is niet mogelijk om te registreren voor welke objecten de heffingsvermindering verzilverd is. Ollongren gaat ervan uit dat woningcorporaties zich houden aan wet- en regelgeving.

De Regeling vermindering verhuurderheffing voor nieuwbouw is op 1 juli 2020 gesloten voor nieuwe aanvragen. Aanpassing van de wet- en regelgeving kan niet met terugwerkende kracht.

Wetsartikelen:

Wet maatregelen woningmarkt 2014 II 1.10

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Verhuurderheffing

Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Editie: 1 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen