Hof Den Haag beslist dat er geen reden is de leegwaarderatio buiten beschouwing te laten bij de berekening van de box-3-waarde van een aan de dochter verhuurde woning.

X verhuurt een woning voor € 650 per maand aan zijn dochter. Er is sprake van niet-geliberaliseerde woonruimte waarop huurbescherming van toepassing is. Voor de in de aangifte IB/PVV vermelde waarde in box 3 van de verhuurde woning gaat X uit van een WOZ-waarde van € 252.000. Daarop past X een correctie toe wegens huurbescherming van € 95.760 (38% van de WOZ-waarde), resulterend in een bedrag van € 156.240 (62% leegwaarderatio). De aanslag wordt conform de ingediende aangifte opgelegd. X maakt bezwaar. Hij stelt dat de leegwaarderatio buiten toepassing moet blijven. Door de stapeling van forfaits is de waarde van de verhuurde woning die voortvloeit uit de toepassing van artikel 17a UB IB 2001 in betekenende mate (10% of meer) hoger dan de werkelijke waarde in het economische verkeer van de verhuurde woning. X bepleit een waarde van € 105.000.

Volgens Hof Den Haag is niet aannemelijk gemaakt dat de uit de toepassing van de leegwaarderatio voortvloeiende waarde in betekenende mate hoger is dan de werkelijke waarde van de woning in verhuurde staat op de peildatum. Er is geen reden de forfaitaire regeling van artikel 17a UB IB 2001 buiten beschouwing te laten. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 17a

Wet inkomstenbelasting 2001 5.3

Wet inkomstenbelasting 2001 5.20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 1 december

114

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen