Rechtbank Oost-Brabant verklaart het bezwaarschrift van X alsnog ontvankelijk. Eerst in beroep heeft de gemachtigde van X een verzendbewijs overgelegd van het ingediende bezwaar. Ter zitting heeft de heffingsambtenaar de ontvangst van het bezwaarschrift van X niet op aannemelijke wijze betwist. De rechtbank acht aannemelijk dat het bezwaar tijdig is ingediend.

Belanghebbende, X, is het niet eens met het besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente 's-Hertogenbosch om zijn bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het bezwaarschrift van X alsnog ontvankelijk. Eerst in beroep heeft de gemachtigde van X een verzendbewijs overgelegd van het ingediende bezwaar. Ter zitting heeft de heffingsambtenaar de ontvangst van het bezwaarschrift van X niet op aannemelijke wijze betwist. De rechtbank acht aannemelijk dat het bezwaar tijdig is ingediend. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en verwijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar om opnieuw te beslissen op het bezwaar van X. Voor een proceskostenvergoeding ziet de rechtbank geen aanleiding, omdat volgens de rechtbank de noodzaak tot het instellen van beroep uitsluitend voortvloeide uit de handelwijze van X. De gemachtigde heeft ervoor gekozen om het verzendbewijs pas in beroep te overleggen, hoewel de heffingsambtenaar tijdens de bezwaarfase herhaaldelijk heeft verzocht de tijdigheid van het bezwaar aan te tonen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 11 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen