Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen de WOZ-waarde 2014 van zijn onroerende zaak. Bij uitspraak op bezwaar verlaagt de heffingsambtenaar de WOZ-waarde conform de door X verdedigde waarde. In beroep bepleit X een nog lagere waarde.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat een belanghebbende die in bezwaar volledig in het gelijk is gesteld in het materiële geschil toch procesbelang kan hebben bij een beroepsprocedure over dit onderdeel. X heeft in beroep gemotiveerd een extra verlaging van de WOZ-waarde bepleit. Nu X in de bezwaarfase geen rechten heeft prijsgegeven of een vaststellingsovereenkomst heeft gesloten met de heffingsambtenaar, is er procesbelang aanwezig. Van misbruik van procesrecht is geen sprake, zodat het beroep van X ontvankelijk is. Omdat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde zoals die luidt na bezwaar niet te hoog is vastgesteld, is het beroep van X ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 11 januari