X exploiteert sinds het jaar 1986 een coffeeshop. In de periode juli 2011 tot en met december 2012 exploiteert X tevens een lunchroom. In de coffeeshop wordt de dagelijkse omzet aangeslagen op twee kassa"s: één voor de verkoop van roesmiddelen en één voor de overige artikelen. De verkopen vinden alle contant plaats. X houdt geen kasboek bij. Naar aanleiding van een boekenonderzoek betreffende de aanvaardbaarheid van de aangiften ib/pvv 2010 tot en met 2012 en de aangiften OB over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2012 wordt aan X de in geschil zijnde informatiebeschikking opgelegd. Dit omdat de administratie van X over de desbetreffende jaren, volgens de inspecteur, dusdanig ernstige tekortkomingen kent, dat deze zal worden verworpen. De administratie kan niet dienen als een betrouwbare grondslag voor de fiscale winstberekening. X gaat in beroep.
Rechtbank Noord-Nederland beslist dat er geen sprake is van schending van de bewaarplicht, noch van schending van de administratieplicht. Gelet op de aard en omvang van de onderneming van X is de opzet en inrichting van de administratie niet zodanig dat een controle op volledigheid van de omzet en juistheid van uitgaven binnen een redelijke termijn niet goed mogelijk zou zijn. Het verband in geld- en goederenbeweging van de roesmiddelen is inzichtelijk, zoals overigens ook naar voren komt uit de berekening van de marge die de inspecteur heeft gemaakt. Het beroep van X is gegrond. De informatiebeschikking wordt vernietigd.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 13 juli