Rechtbank Den Haag ziet geen reden om bij het bepalen van de proceskostenvergoeding van X af te wijken van de forfaitaire berekeningsmethode.

Belanghebbende, X, gaat in bezwaar en beroep tegen een naheffingsaanslag loonheffing. De inspecteur wijst het bezwaar van X af maar besluit in beroep de naheffingsaanslag toch te vernietigen. X bepleit een integrale proceskostenvergoeding.

Rechtbank Den Haag ziet geen reden om bij het bepalen van de proceskostenvergoeding van X af te wijken van de forfaitaire berekeningsmethode. Er is geen sprake geweest van het tegen beter weten in nemen van een besluit en ook niet van in vergaande mate onzorgvuldig handelen door de inspecteur. Weliswaar zijn er in de beroepsfase geen nieuwe stukken gewisseld, maar daar staat tegenover dat X er mede debet aan is dat de situatie in bezwaar erg ondoorzichtig was. Zo heeft X regelmatig te laat aangiften ingediend en/of betaald, heeft zij vaak een verkeerd betalingskenmerk gebruikt, heeft zij over verkeerde tijdvakken aangiften gedaan en heeft zij in totaal 98 correctieberichten verstuurd. De rechtbank kent X een forfaitaire proceskostenvergoeding toe.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 2

Algemene wet bestuursrecht 8:75a

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 7 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen