Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat Rijnvarende X geen recht heeft op PVV-vrijstelling. Ook heeft hij geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De inspecteur en de belastingrechter zijn gebonden aan de afgegeven A1-verklaring.
Kapitein X is Rijnvarende en verricht in 2017 werkzaamheden voor zijn in Liechtenstein gevestigde werkgever. De SVB geeft een A1-verklaring af voor de periode 6 februari 2016 - 31 augustus 2018. In zijn IB-aangifte 2017 claimt X vrijstelling van PVV. De inspecteur is van mening dat X geen recht heeft op PVV-vrijstelling. Ook heeft X geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Rechtbank Noord-Nederland is het eens met de inspecteur.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat Rijnvarende X geen recht heeft op PVV-vrijstelling. Ook heeft hij geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De inspecteur en de belastingrechter zijn gebonden aan de afgegeven A1-verklaring. Dat deze nog niet onherroepelijk vaststaat, in verband met het beroep in cassatie van X, is daarbij niet van belang. Er bestaat dan geen recht op PVV-vrijstelling. Nu X zijn werkzaamheden niet binnen het grondgebied van Liechtenstein heeft verricht, bestaat ook geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Verder maakt X ook niet aannemelijk dat zijn loon in Liechtenstein is onderworpen aan een belastingheffing naar het inkomen. Het hof verwerpt verder nog de stelling van X dat de Liechtensteinse rechter bevoegd is met betrekking tot het geschil over de Nederlandse belasting- en premieheffing. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 38
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden