A-G Pauwels is van mening dat eerst prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU moeten worden gesteld over de formele aspecten. Als de Hoge Raad het stellen van vragen niet nodig acht, stelt de A-G voor om de Staatssecretaris in materiële zin in het ongelijk te stellen.

X houdt blijvend letsel over aan twee dienstongevallen, terwijl hij vanaf 1 augustus 2000 tot 1 februari 2002 is gedetacheerd bij de Europese Politiedienst (Europol). Op basis van een interne rechtspositionele regeling krijgt hij van Europol in 2012 een onbelaste lumpsum van € 172.195 wegens zijn blijvende invaliditeit. X geeft deze vergoeding niet aan in de IB-sfeer. In geschil is de navorderingsaanslag over 2012. Volgens Hof Den Haag vloeit de lumpsum voort uit het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol, zodat deze in beginsel is onderworpen aan de interne belastingheffing van Europol. De lumpsum is daarom niet onderworpen aan de Nederlandse IB-heffing, ook al is X sinds februari 2002 niet meer in dienst van Europol. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal Pauwels is van mening dat eerst prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU moeten worden gesteld. Gelet op het HvJ EU arrest AB/Finanzamt Wien (V-N 2005/46.9) rijst namelijk de vraag of het uitkeringsbesluit van Europol in 2012 formeel bindend is voor de nationale autoriteiten. Als de Hoge Raad het stellen van vragen niet nodig acht, stelt de A-G voor om de Staatssecretaris in materiële zin in het ongelijk te stellen. Voor de subjectieve belastingplicht voor de Europolbelasting zou namelijk maatgevend moeten zijn in welke hoedanigheid X de lumpsum ontvangt en niet wat zijn status is op het moment van vaststelling of ontvangst van de lumpsum. 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Wet op de loonbelasting 1964 10

Wet inkomstenbelasting 2001 3.145

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 1 mei

38

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen