Advocaat-generaal Rantos concludeert dat een schriftelijke overeenkomst kan worden beschouwd als een factuur voor de BTW-heffing. De overeenkomst hoeft niet alle benodigde gegevens te bevatten.

RED d.o.o. wil een pand op haar grond in Ljubljana (Slovenië) realiseren. Voor de financiering daarvan sluit zij een koop- en een leaseovereenkomst met RAIFFEISEN LEASING, trgovina in leasing d.o.o. In 2011 wordt de leaseovereenkomst beëindigd omdat RED haar verplichtingen niet nakomt. Naar aanleiding van een belastingcontrole stelt de Sloveense Belastingdienst dat de sale-and-leasebackovereenkomst als een factuur moet worden aangemerkt, omdat zowel de koopprijs als de verschuldigde BTW in deze overeenkomst zijn opgenomen. Omdat Raiffeisen de BTW uit hoofde van de leaseovereenkomst niet heeft betaald, brengt de fiscus rente in rekening. Volgens Raiffeisen is de overeenkomst ten onrechte als factuur aangemerkt. De Sloveense rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal van het Hof van Justitie EU Rantos concludeert dat een schriftelijke overeenkomst kan worden beschouwd als een factuur in de zin van de BTW-richtlijn. De overeenkomst hoeft niet alle benodigde gegevens te bevatten. In het document moeten wel voldoende gegevens zijn opgenomen op grond waarvan de Belastingdiensten kunnen controleren of de verschuldigde belasting is betaald. Ook moet duidelijk zijn of recht bestaat op aftrek van de BTW.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 13 mei

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen