De Hoge Raad oordeelt dat de sekslustopwekkende producten zijn samengesteld en worden verkocht voor andere effecten dan die noodzakelijk zijn voor de instandhouding, de werking en de ontwikkeling van het menselijk organisme.
X exploiteert een seksshop, waarin sekslustopwekkende capsules, druppels, poeders en sprays worden verkocht. De inspecteur stelt dat ten onrechte het verlaagde 6%-tarief op deze producten is toegepast. Volgens Hof Den Haag zijn de oraal in te nemen middelen aan te merken als eet- en drinkwaren voor menselijke consumptie. Het maakt niet uit dat ze worden gebruikt voor het opwekken van sekslusten. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie. De Hoge Raad (19 april 2019, 17/01725, V-N 2019/21.7) stelt hierover prejudiciële vragen. Volgens Hof van Justitie EU (1 oktober 2020, C-331/19, V-N 2020/53.19) bevatten de afrodisiaca geen of een volstrekt te verwaarlozen hoeveelheid voedingsstoffen en is de consumptie kennelijk uitsluitend gericht op andere effecten.
De Hoge Raad oordeelt dat de producten zijn samengesteld en worden verkocht voor andere effecten dan die noodzakelijk zijn voor de instandhouding, de werking en de ontwikkeling van het menselijk organisme. Zij worden namelijk op de verpakkingen aangeprezen als lustopwekkende middelen, en worden ook als zodanig gebruikt. Het verlaagde tarief is dus niet van toepassing. Het is niet van belang of zij bestanddelen bevatten die op zichzelf beschouwd bevorderlijk zijn voor de instandhouding, de werking en de ontwikkeling van het menselijk organisme. Het beroep van de Staatssecretaris is gegrond. Verwijzing volgt naar Hof Amsterdam voor het behandelen van de overige stellingen van X.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Wet op de omzetbelasting 1968 Tab 1-A art. 1