Rechtbank Gelderland oordeelt dat op basis van goedkeurend beleid in het Kaderbesluit BPM alsnog rekening moet worden gehouden met een termijn van vijf werkdagen tussen de aangifte en registratie. De inspecteur had moeten constateren dat de betaalde BPM gelijk was aan de aangegeven BPM en dat de extra leeftijdskorting ten onrechte niet was toegepast.

De heer X doet BPM-aangifte voor een Peugeot 308CC. In geschil is of conform de aangifte terecht € 1274 is voldaan.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat op basis van goedkeurend beleid in het Kaderbesluit BPM (zie V-N 2017/21.16) alsnog rekening moet worden gehouden met een termijn van vijf werkdagen tussen de aangifte en registratie. De verschuldigde BPM wordt daarom € 25 lager. De inspecteur had moeten constateren dat de betaalde BPM gelijk was aan de aangegeven BPM en dat de extra leeftijdskorting ten onrechte niet was toegepast. Door deze aan de inspecteur te wijten onrechtmatigheid krijgt X een proceskostenvergoeding van € 1532. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X ook nog een immateriële schadevergoeding van € 500.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 18 december

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen