Belanghebbende heeft een recht van opstal op grond en is eigenaar van de daarop geplaatste windturbine. De heffingsambtenaar zoekt bij de vaststelling van de grondwaarde aansluiting bij de retributies die voor het recht van opstal worden betaald voor grond met bestemming windturbine in de directe omgeving. De hoogte van deze retributies zijn mede afhankelijk van de subsidie die wordt verkregen voor de windturbine. Belanghebbende betwist deze waarde en stelt dat aansluiting moet worden gezocht bij het rapport Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) dan wel de grondprijzen in een andere plaats.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bij aankoop van grond een potentiële koper mee zal wegen welke subsidie hij ontvangt. Dat deze derhalve onderdeel is van de retributie betekent niet dat de retributies niet als basis kunnen worden gebruikt om de WOZ-waarde te bepalen. De heffingsambtenaar is daarnaast niet gebonden aan het ECN-rapport, de prijzen genoemd in dit rapport zijn immers alleen om de subsidiebedragen en niet om de waarde van de grond te bepalen. De andere plaats waarnaar belanghebbende verwijst ligt in een andere gemeente, de heffingsambtenaar is derhalve niet gehouden dezelfde vierkante meterprijs te hanteren als de andere gemeente. Het beroep van belanghebbende faalt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17