Rechtbank Gelderland oordeelt dat het bij de begroting 2013 achterwege laten van de indexering voor de inkomsten- en loonbelasting geen gevolgen heeft voor de indexering van de energiebelasting.

Belanghebbende, X nv, is belastingplichtig voor de energiebelasting omdat zij elektriciteit en aardgas levert aan verschillende afnemers. In geschil is of per 1 januari 2013 indexering heeft mogen plaatsvinden van de energiebelastingtarieven genoemd in de artikelen 59 en 60 Wbm. X nv verzoekt de rechtbank een voorlopige voorziening te treffen

Rechtbank Gelderland oordeelt dat het bij de begroting 2013 achterwege laten van de indexering voor de inkomsten- en loonbelasting geen gevolgen heeft voor de indexering van de energiebelasting. De wettelijke basis voor het indexeren van de energiebelastingtarieven is gelegen in art. 90 Wbm. Voor de methodiek van de indexering wordt in dit artikel aansluiting gezocht bij de artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet IB 2001. Deze artikelen zijn ook in 2013 opgenomen in de Wet IB 2001, zodat deze verwijzing in art. 90 Wbm nog steeds juist is. De wettelijke basis voor de indexering is hiermee blijven bestaan. Het feit dat bij de begroting over het jaar 2013 voor de inkomsten- en loonbelasting wel is besloten de indexering achterwege te laten, heeft geen gevolgen voor de energiebelastingtarieven. Omdat de rechtbank direct beslist in de hoofdzaak, is er geen reden voor het treffen van een voorlopige voorziening.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet belastingen op milieugrondslag 90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Milieuheffingen

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 12 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen