Het HvJ EU oordeelt dat Telefónica niet rechtstreeks wordt geraakt door de beschikking van de EC. De door Telefónica voorgestelde middelen treffen geen doel.

De Europese Commissie (EC) kwalificeert een Spaanse belastingregeling, op grond waarvan de uit de verwerving van een deelneming in een buitenlandse onderneming resulterende financiële goodwill in 20 jaren kon worden afgeschreven, als staatssteun. De EC bepaalt in haar beschikking dat belastingplichtigen die vóór 21 december 2007 aan de voorwaarden hebben voldaan, wel recht hebben op toepassing van de regeling. Telefónica S.A. vraagt om nietigverklaring van de beschikking, alhoewel ze tweemaal bij de verwerving van een deelneming heeft geprofiteerd van de steunregeling. Het Gerecht verklaart het beroep van Telefónica niet-ontvankelijk omdat de beschikking Telefónica niet individueel raakt. Telefónica stelt daarop hogere voorziening tegen de beschikking van het Gerecht in.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat de beschikking Telefónica niet individueel raakt in de zin van art. 263 vierde alinea VWEU. Het HvJ EU overweegt daarbij dat een onderneming in beginsel niet kan opkomen tegen een beschikking van de EC waarbij een steunregeling wordt verboden, wanneer deze beschikking haar enkel raakt vanwege het feit dat zij tot de betrokken sector behoort en een potentiële begunstigde van die regeling is. Verder wijst het HvJ EU er op dat Telefónica de beschikking weliswaar niet rechtstreeks voor de Unierechter kan aanvechten, maar dat zij voor de nationale rechter kan aanvoeren dat deze beschikking ongeldig is en hem verzoeken om prejudiciële vragen te stellen. Het HvJ EU wijst de hogere voorziening af.

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 263

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 23 december

44

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen