De heer X handelt tot medio 2013 in handtassen en kleding. Medio 2013 zijn deze activiteiten gestaakt. In april 2014 start een boekenonderzoek met betrekking tot deze eenmanszaak. Aangezien de gehele financiële administratie vanwege persoonlijke omstandigheden door X is vernietigd, wordt hij alsnog in de gelegenheid gesteld deze te reconstrueren. Hierin is X echter niet geslaagd. In geschil is of de inspecteur voor de inkomsten en btw daarom terecht een informatiebeschikking heeft uitgereikt. Het bezwaar dat zag op het IB-deel voor 2012 is gegrond verklaard. De overige bezwaren tegen de beschikking zijn ongegrond verklaard. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk en biedt X geen herstelmogelijkheid. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 13 april 2017, 16/00081 t/m 16/00085, V-N Vandaag 2017/1427) oordeelt dat vanwege het ontbreken van de administratie en de daaruit volgende onmogelijkheid om tot een juiste bepaling van omzet en winst te komen, de sanctie van verzwaring en omkering van het bewijs in een redelijke verhouding tot het gepleegde verzuim staat. Het beroep dat zag op het IB-deel van 2012 had echter door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard moeten worden. X kan voor dat deel niet in een betere positie komen te verkeren. Het hoger beroep is in zoverre dus niet-ontvankelijk. Voor het overige wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd, maar X krijgt wel de griffierechten terug.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e