De economische kamer van Hof Amsterdam ziet geen meerwaarde in het opleggen van de verplichting tot het alsnog publiceren van de jaarrekening. Vooralsnog is onduidelijk welke gegevens het bedrijf precies moet publiceren.

Bedrijf X is door de economische politierechter van de Rechtbank Noord-Holland veroordeeld wegens het niet openbaar maken van haar jaarrekening over 2012. Zij heeft niet uiterlijk binnen dertien maanden na afloop van het boekjaar 2012 de jaarrekening van dat boekjaar openbaar gemaakt. Hierdoor is derden de kans ontnomen zelfstandig enig inzicht te krijgen in de vermogenspositie van het bedrijf. De straf is een boete van € 900, waarvan € 450 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren met het opleggen van de verplichting om binnen drie maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis de cijfers te deponeren ten kantore van het handelsregister. X gaat in hoger beroep.

De economische kamer van Hof Amsterdam ziet geen meerwaarde in het opleggen van de verplichting tot het alsnog publiceren van de jaarrekening. Vooralsnog is onduidelijk welke gegevens X precies moet publiceren. Daarom wordt van het opleggen van de maatregel ingevolge art.8c Wet op de Economische Delicten (WED) afgezien. Aangezien duidelijk is dat X in elk geval aan enige publicatieplicht moet voldoen, wordt ervan uitgegaan dat zij haar verplichting terzake zal nakomen. Het hof acht een deels voorwaardelijke boete passend en geboden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 2 395a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Jaarrekening, Strafrecht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 12 oktober

126

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen