Belanghebbenden zijn de erfgenamen van X die in 2015 is komen te overlijden. Zij ontvangen een WOZ-beschikking 2015 voor de woning waar X tot zijn overlijden heeft gewoond. De beschikking is op naam gesteld van ‘de erven van X'. C, zijnde één van de erven maakt bezwaar tegen deze WOZ-beschikking. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar gegrond en verlaagt de WOZ-waarde. De uitspraken op bezwaar zijn op naam gesteld van C. Belanghebbenden stellen tegen deze uitspraken beroep in. Rechtbank Overijssel verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat de uitspraken op bezwaar niet op naam van belanghebbenden maar op naam van C zijn gesteld.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de tenaamstelling van de uitspraak op bezwaar niet bepaalt welke personen beroep kunnen instellen tegen deze uitspraak. Beroep kan worden ingesteld door degene tot wie de voor bezwaar vatbare beschikking zicht richt, in dit geval belanghebbenden. De gemachtigde heeft in beroep een machtiging overgelegd van de erven X en de rechtbank heeft aan de validiteit van deze machtiging niet getwijfeld. De rechtbank heeft het beroep ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Voor zover de rechtbank bedoeld heeft te beslissen dat eventuele andere erven dan C (nog) geen bezwaar hebben gemaakt, zodat zij om die reden (nog) niet kunnen worden ontvangen in beroep, heeft de rechtbank miskend dat dit in ieder geval niet geldt voor C. Het hof verwijst de zaak terug naar de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:1
Wet waardering onroerende zaken 30
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 12 oktober