Hof Arnhem-Leeuwarden hecht na verwijzing door de Hoge Raad geloof aan de ambtsedige verklaringen van een hoofdagent dat de heer X met de auto reed en dat het niet van belang is wie de eigenaar van de auto is.

De heer X wordt op 22 april 2009 gesignaleerd in een personenauto met een vanwege export vervallen verklaard kenteken. In geschil is of terecht over de periode van 22 april 2008 tot en met 21 april 2009 een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting is opgelegd, alsmede een 100% verzuimboete van € 667. Rechtbank Breda stelt de inspecteur in het gelijk. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt echter dat met de wettelijke fictie van twaalf maanden een ongeoorloofde inbreuk wordt gemaakt op art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. De Hoge Raad (25 oktober 2013, nr. 12/00404, V-N 2013/53.9) oordeelt dat de twaalfmaandenfictie is bedoeld om te voorkomen dat de inspecteur in bewijsmoeilijkheden komt als hij wil naheffen in situaties als deze. Het is dus niet van belang of in de naheffingsperiode met de auto gebruik van de weg is gemaakt. Volgt verwijzing voor de boete. Hof Arnhem-Leeuwarden hecht geloof aan de ambtsedige verklaringen van een hoofdagent dat X met de auto reed en dat het niet van belang is wie de eigenaar van de auto is. X stelt dus vergeefs dat er niet voldoende bewijs is dat hij zelf heeft gereden en dat de auto die een tijd op een woonwagenkamp heeft gestaan nooit zijn eigendom is geweest. X maakt hiermee niet aannemelijk dat sprake is van afwezigheid van alle schuld (avas). De boete is passend en geboden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 8 juli

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen