X houdt zich bezig met het organiseren van reizen ‘die deelnemers leren over Europa en samenwerking'. X heeft een stichting opgericht die voor zijn projecten subsidie aanvraagt bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. De inspecteur legt de in geschil zijnde navorderingsaanslag IB/PVV 2007 op, waarbij hij het door X aangegeven verlies uit onderneming navordert.
Hof 's-Gravenhage (MK I, 28 februari 2012, BK-11/00691) oordeelt dat de inspecteur het in de aangifte opgenomen verlies uit onderneming terecht via een navorderingsaanslag heeft gecorrigeerd. De inspecteur heeft zich niet schuldig gemaakt aan een ambtelijk verzuim door de aangifte, die een verzorgde indruk maakte en geen reden gaf tot twijfel over het ondernemerschap van X, niet verder te onderzoeken. De in de bezwaarfase verstrekte gegevens vormen een nieuw feit, op basis waarvan de inspecteur mocht navorderen. Het hof oordeelt vervolgens dat de activiteiten van X geen bron van inkomen vormen. De boete komt wel te vervallen omdat – nu de door X bij ‘zijn' stichting gedeclareerde kosten nooit betaald zijn - de primitieve aanslag niet tot een te laag bedrag is vastgesteld dan wel anderszins te weinig belasting is geheven. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16