De inspecteur heeft volgens Hof Den Haag terecht de systematiek van art. 24 BKR gevolgd bij het vaststellen van de voorkoming van dubbele belasting. Aangezien hij echter ten onrechte voorkoming van dubbele bealsting heeft verleend voor een AOV-uitkering is de aanslag eerder te laag dan te hoog vastgesteld.

Belanghebbende, X, heeft tot zijn pensionering in overheidsdienst werkzaamheden verricht op de Nederlandse Antillen. X geniet een Antilliaans pensioen en een AOV-uitkering van de SVB. Sinds medio 2004 woont X in Nederland. X is het niet eens met de aan hem opgelegde voorlopige IB-aanslag 2008. Hij stelt dat er sprake is van een onredelijke belastingheffing en dat hij recht heeft op een volledige teruggaaf van de belasting die hij in Curaçao betaalt.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur ten onrechte voorkoming van dubbele belasting heeft verleend voor de AOV-uitkering. Volgens het hof komt het heffingsrecht ten aanzien van het pensioen namelijk aan de Antillen toe en het heffingsrecht ten aanzien van de AOV-uitkering aan Nederland. De aanslag is dan ook eerder te laag dan te hoog. Verder wijst het hof er op dat de inspecteur de aanslag heeft berekend volgens de in art. 24 BRK neergelegde systematiek en dat noch de BRK noch enige andere regel van internationaal of supranationaal recht Nederland verplicht om een verdergaande vermindering te verlenen dan in art. 24 BRK is voorgeschreven. De aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 23 april

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen