De heer X woont sinds 1 januari 2012 in Schotland. X krijgt in dat jaar uit Nederland een WAO-uitkering en een uitkering van een verzekeraar. In Schotland ontvangt X alleen rente op een spaarrekening. Op de Nederlandse uitkeringen zijn vervangende bijdragen Zorgverzekeringswet (Zvw) en AWBZ ingehouden. In geschil is de vaststelling van het Niet in Nederland belastbaar inkomen (NiNbi) van X door de inspecteur. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het beroep van X gegrond, omdat zijn bezwaar eerst niet-ontvankelijk s verklaard. Weliswaar is het bezwaar bij tweede uitspraak op bezwaar alsnog ontvankelijk verklaard, maar het fiscale procesrecht kent deze tweede uitspraak niet. De NiNbi-schikking is voor het overige wel terecht. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat Nederland bevoegd is ter dekking van de ziektekosten Zvw- en AWBZ bijdragen in te houden op de Nederlandse uitkeringen van X. Hij valt namelijk wel onder de sociale wetgeving van het Verenigd Koninkrijk, maar de kosten zijn voor Nederland. Aangezien X geen grieven heeft aangevoerd tegen de hoogte van het ambtshalve vastgestelde wereldinkomen, noch tegen de hoogte van het NiNbi en ook overigens niet is gebleken dat de bedragen onjuist zijn, wordt de NiNbi-beschikking gehandhaafd. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 8a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen, Internationale sociale zekerheid, Sociale zekerheid ziektekosten
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch