X vermeldt de kosten van de in het buitenland ondergane medische behandelingen van zijn partner niet in zijn aangifte ib/pvv voor het jaar 2011. Nog voor de vaststelling van de aanslagen over de jaren 2011 en 2012, verzoekt X de inspecteur, op advies van een bekende, om alsnog de betreffende kosten in aanmerking te nemen. De inspecteur willigt dit verzoek in. Door de verhoging van de persoonsgebonden aftrek wordt de aanslag ib/pvv 2011 vastgesteld naar een verzamelinkomen van nihil. Gelijktijdig heeft de inspecteur het bedrag van de nog te verrekenen persoonsgebonden aftrek in volgende jaren vastgesteld op € 25 186. Met dagtekening 4 april 2014 is de aanslag ib/pvv 2012 vastgesteld. De aanslag resulteert, vanwege de verrekening van de persoonsgebonden aftrek, in een teruggaaf van € 3605. Aan X is geen rente vergoed over deze teruggaaf. In beroep is in geschil of dit terecht is. Rechtbank Gelderland overweegt dat X vóór de vaststelling van de aanslagen ib/pvv 2011 en 2012 een verzoek heeft ingediend om verhoging van het bedrag aan persoonsgebonden aftrek in de aangifte ib/pvv 2011. Dit verzoek is toegewezen. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag over het jaar 2011 is het resterend deel van de aftrek vastgesteld op € 25 186. Het verzoek moet mede worden opgevat als een aanvulling op de aangifte ib/pvv 2012. X heeft dan recht op vergoeding van belastingrente over de teruggaaf voor 2012. Het beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fd