De Hoge Raad oordeelt dat een woning een eigen woning blijft gedurende de tijd dat X in het buitenland verblijft en de woning door een kraakwacht wordt bewoond. 

Belanghebbende, X, beschikt over een eigen woning als bedoeld in art. 3.111 Wet IB 2001 die zij met haar gezin bewoont. In de periode van 1 september 2007 tot 1 april 2010 verblijft X voor haar werk in het buitenland en laat zij de woning - ter voorkoming van inbraak en/of kraak - bewonen door een student (kraakwacht). De kraakwacht betaalt geen huur, maar uitsluitend een bijdrage in de energiekosten. Gedurende de uitzending naar het buitenland heeft X de woning meerdere keren gebruikt. In geschil is of X de woning vanaf 25 september 2007 aan een derde ter beschikking heeft gesteld in de zin van art. 3.111 lid 6 letter a Wet IB 2001, met als gevolg dat die woning sindsdien niet kan worden aangemerkt als eigen woning van X.

De Hoge Raad oordeelt dat een woning een eigen woning blijft gedurende de tijd dat X in het buitenland verblijft en de woning door een kraakwacht wordt bewoond. Van een terbeschikkingstelling van de woning als bedoeld in art. 3.111 lid 6 Wet IB 2001 is geen sprake in een geval als het onderhavige,  waarin met een derde is overeengekomen dat hij zorg zal dragen dat de woning niet wordt gekraakt, en deze derde, behoudens een beperkte bijdrage in de energiekosten, geen vergoeding hoeft te betalen voor het daarmee gepaard gaande verblijf in de woning, en hij de woning zal moeten verlaten zodra de eigenaar dat noodzakelijk acht. In deze situatie wordt de woning niet verhuurd en wordt evenmin gedoogd dat derden de woning gebruiken (vlg. HR 21 december 2012, nr. 11/04685, BNB 2013/82). De uitleg van het begrip ter beschikking stellen als hiervoor bedoeld sluit aan bij hetgeen in lid 2 en 3 van art. 3.111 Wet IB 2001 is bepaald voor gevallen waarin een woning mede als eigen woning wordt aangemerkt. Blijkens de memorie van toelichting bij die leden worden de aldaar bedoelde woningen als leegstaand aangemerkt en daarom mede aangemerkt als eigen woning indien daarin uitsluitend een zogenoemde kraakwacht verblijft (Kamerstukken II 1998/1999, 26 727, nr. 3, blz. 146).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111-6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen

Instantie: Hoge Raad

9

Gerelateerde artikelen