Volgens Hof Amsterdam is het mogelijk om uitsluitend in (hoger) beroep te komen tegen een proceskostenveroordeling.

X heeft bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking van zijn woning. In het bezwaarschrift verzoekt X om proceskostenvergoeding betreffende de door zijn gemachtigde verleende rechtsbijstand. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van X gegrond verklaard en de WOZ-waarde van de woning verminderd. Tevens wordt X een proceskostenvergoeding toegekend van € 109 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift met een wegingsfactor 0,5). X komt in beroep tegen de proceskostenvergoeding. Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep gegrond en kent een kostenvergoeding voor de bezwaarfase toe van € 218 (wegingsfactor 1). De heffingsambtenaar komt in hoger beroep en stelt dat de rechtbank het beroep ambtshalve niet-ontvankelijk had moeten verklaren. Volgens de heffingsambtenaar had X geen belang bij het beroep omdat de gemachtigde van X op basis van 'no cure no pay' werkte. X zou de proceskostenvergoeding aan de gemachtigde moeten afstaan.

Hof Amsterdam verklaart het hoger beroep van de heffingsambtenaar ongegrond. Volgens het hof is het inmiddels vaste jurisprudentie dat het enkele feit dat met een gemachtigde een overeenkomst op basis van 'no cure no pay' is gesloten, niet meebrengt dat de rechtzoekende geen belang kan hebben bij het beroep. Ook is het volgens het hof mogelijk om uitsluitend in (hoger) beroep te komen tegen een proceskostenveroordeling. Volgens het hof heeft de rechtbank de wegingsfactor voor de vergoeding voor het bezwaar terecht op 1 (gemiddeld) gesteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 2

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 31 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen