Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt – anders dan de rechtbank – dat X niet in aanmerking komt voor de iack, omdat niet is voldaan aan de verblijfeis noch aan het criterium dat de zorg voor het kind gelijkelijk is verdeeld tussen de ouders.

X claimt in zijn aangifte IB 2016 de inkomensafhankelijke combinatiekorting (iack). Als de inspecteur die weigert toe te passen, gaat X in beroep . Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X recht heeft op de iack. De inspecteur gaat in hoger beroep.

Hof ‘s-Hertogenbosch is het eens met de inspecteur dat voor de iack niet is voldaan aan de verblijfseis. Het kind verblijft niet drie hele dagen per week ofwel 3 keer 24 uur bij X, ook niet als de uren op woensdag worden meegeteld. Het kind verblijft in totaal 63 uur per week bij X. Het verblijfschema voldoet ook niet aan de eis dat beide ouders de zorg voor het kind gelijkelijk verdelen. Daarvoor verschilt het aantal uren dat het kind bij X verblijft te veel van het aantal uren dat het bij Y verblijft. Het extra verblijf van het kind bij X tijdens vakanties moet buiten beschouwing blijven, omdat X niet aannemelijk maakt dat dit verblijf in een duurzaam ritme plaatsvindt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 44b

Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 5 juli

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen