De Hoge Raad bevestigt dat de heffingsambtenaar op grond van art. 40 lid 2 Wet WOZ in de bezwaarfase was gehouden de gevraagde gegevens toe te zenden. Er bestaat op de voet van art. 7:4 lid 4 Awb geen zelfstandig recht op toezending van afschriften van stukken als geen gebruik is gemaakt van het inzagerecht.
Aan X is door de heffingsambtenaar van de Regionale Belastingsamenwerking Deventer, Olst-Wijhe en Raalte een WOZ-beschikking en een OZB-aanslag opgelegd. In de bezwaarfase verstrekt de heffingsambtenaar geen afschriften van de grondstaffel, de taxatiekaart met de KOUDV- en liggingsfactoren en de gehanteerde vergelijkingsobjecten. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden had de heffingsambtenaar de stukken naar X moeten toezenden. In cassatie stelt het college van B&W van de gemeente Raalte dat alle stukken voor X ter inzage lagen en dat X daarvan geen gebruik heeft gemaakt.
De Hoge Raad bevestigt dat de heffingsambtenaar op grond van art. 40 lid 2 Wet WOZ was gehouden de gevraagde gegevens toe te zenden (zie HR 18 augustus 2023, 22/01219, V-N 2023/37.22). Er bestaat op de voet van art. 7:4 lid 4 Awb geen zelfstandig recht op toezending van afschriften van stukken als geen gebruik is gemaakt van het inzagerecht. Het andersluidende oordeel van het hof is dus onjuist. Hoewel de klachten in zoverre terecht zijn voorgesteld, kunnen zij niet tot cassatie leiden omdat het hof terecht heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar reeds op grond van art. 40 lid 2 Wet WOZ was gehouden de gevraagde gegevens toe te zenden. Ten overvloede wordt opgemerkt dat aan het in art. 7:4 lid 4 Awb bedoelde recht om afschriften van op de zaak betrekking hebbende stukken te verkrijgen, niet alleen uitvoering kan worden gegeven door het – ten kantore van het bestuursorgaan – overhandigen van de afschriften, maar ook op andere wijze, bijvoorbeeld door het toezenden van die afschriften, al dan niet langs elektronische weg. Het is aan het bestuursorgaan om een keuze te maken op welke wijze afschriften van stukken worden verstrekt aan de belanghebbende die gebruik maakt van zijn recht op inzage. Bij het maken van die keuze dient het bestuursorgaan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 2
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Wet waardering onroerende zaken 40
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 18 maart
Informatiesoort: VN Vandaag