Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Tsjechië aanvullende voorwaarden stelt aan de btw-vrijstelling voor goederen die bestemd zijn om te worden uitgevoerd naar een plaats buiten de EU.

Milan Vinš handelt in militaire memorabilia. Maandelijks levert hij 400 à 500 stuks per post buiten de EU. Omdat er sprake is van goederen die voor de uitvoer zijn bestemd, doet Vinš geen btw-aangifte. De Tsjechische Belastingdienst is echter van mening dat toch btw is verschuldigd, omdat Vinš niet aantoont dat hij die goederen onder de douaneregeling uitvoer heeft geplaatst. De Tsjechische rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Tsjechië aanvullende voorwaarden stelt aan de btw-vrijstelling voor goederen die bestemd zijn om te worden uitgevoerd naar een plaats buiten de EU. Volgens het Hof van Justitie EU is het voldoende dat is voldaan aan de voorwaarde dat de goederen het grondgebied van de Unie daadwerkelijk hebben verlaten. Tsjechië stelt dan ten onrechte nog de voorwaarde dat moet worden aangetoond dat de goederen onder de douaneregeling uitvoer zijn geplaatst.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 29 maart

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen