De Tweede Kamer heeft op 26 maart 2015 ingestemd met het wetsvoorstel waardoor de AOW-leeftijd vanaf 2016 geleidelijk wordt verhoogd naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021 en vervolgens wordt gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting. Dit is een versnelling ten opzichte van de huidige wet. Daarin wordt nog uitgegaan van 67 jaar in 2023 en koppeling aan de levensverwachting in 2024. Het wetsvoorstel wijzigt ook de Wet op de loonbelasting 1964.

Kamerstukken II 2014/15, 34083, nr. 7 en 10

De Tweede Kamer nam nog twee amendementen en drie moties aan. Het besluit tot een verhoging van de AOW-leeftijd die vanaf 2022 wordt gekoppeld aan de levensverwachting zal niet bij algemene maatregel van bestuur plaatsvinden, maar  door de minister in de Staatscourant worden gepubliceerd als ministeriële bekendmaking. Daarnaast wordt een wijziging aangebracht in de wet Overige fiscale maatregelen 2013 (Stb. 2012, 669, V-N 2013/4.3.5). Deze hangt samen met de mate van variabilisatie van pensioen. Variabilisatie van reeds vóór 1 januari 2016 ingegaan pensioen wordt tijdelijk mogelijk, mits de mate van variatie uiterlijk bij het bereiken van de 65 5/12 jarige leeftijd is vastgesteld. Hierdoor kan een AOW-gat worden opgevuld met tijdelijk hogere pensioenuitkeringen. 

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Sociale zekerheid algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1

Gerelateerde artikelen