X bv is voor de toepassing van de Wfsv ingedeeld in sector 44 (Zakelijke Dienstverlening II). Naar aanleiding van een Wob-verzoek wordt in 2017 door de staatssecretaris van Financiën een document gepubliceerd waaruit blijkt dat wijziging van de sectorindeling met vijf jaar terugwerkende kracht kan plaatsvinden. Per 29 juni 2018 is dit beleid ingetrokken. Een wijziging kan vanaf dat moment alleen nog maar naar de toekomst plaatsvinden, niet meer met terugwerkende kracht. X bv verzoekt op 29 augustus 2018 tot wijziging van de sectorindeling met ingang van 1 januari 2013 naar sector 10 (Metaalindustrie). Dit scheelt € 120.000 aan premies. De inspecteur deelt X bv per 1 september 2018 in sector 10 in. X bv is het hier niet mee eens. Volgens haar is er sprake van strijd met art. 1 EP EVRM.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat wijziging van de sectorindeling met terugwerkende kracht niet langer meer mogelijk is. Een van de redenen om de beleidswijziging met terugwerkende kracht in te voeren, is de verwachting dat veel werkgevers gebruik gaan maken van de mogelijkheid tot wijziging van de sectorindeling met terugwerkende kracht. Door de hoeveelheid aan verzoeken zou dit een te grote belasting op de capaciteit van de Belastingdienst leggen. Dit uitgangspunt ontbeert volgens het hof niet elke redelijke grond. Er is sprake van een ‘fair balance’, waardoor de terugwerkende kracht niet in strijd komt met art. 1 EP EVRM. Het hof merkt hierbij nog op dat X bv er reeds in 2017 van op de hoogte was dat de sectorindeling onjuist was en dat zij dan ook tijdig een verzoek tot wijziging van de sectorindeling met terugwerkende kracht naar 1 januari 2013 had kunnen indien.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 97