Rechtbank Noord-Nederland beslist dat de aan X opgelegde vergrijpboete voor het ten onrechte toepassen van de margeregeling terecht is. Overschrijding van de redelijke termijn leidt wel tot vermindering van de boete met 5%.

X heeft in haar aangifte omzetbelasting ten onrechte de margeregeling toegepast. Gevolg is een naheffingsaanslag omzetbelasting met een vergrijpboete. Alleen de vergrijpboete is in geschil. Vraag is of het te weinig afdragen van omzetbelasting te wijten is aan grove schuld van X.

Rechtbank Noord-Nederland beslist dat de vergrijpboete terecht is opgelegd. Bij het toepassen van de margeregeling had X zorgvuldig moeten (laten) onderzoeken of zij wel aan de voorwaarden voldeed. Gelet op de manier waarop X tot toepassing van de margeregeling is gekomen heeft zij dat niet gedaan. Het is daarom aan de grove schuld van X te wijten dat aanvankelijk te weinig omzetbelasting is afgedragen. De rechtbank acht de boete passend en geboden. Er bestaat volgens de rechtbank geen wanverhouding tussen de ernst van het feit en de hoogte van de boete. Ook de financiële omstandigheden van X zijn geen reden voor matiging omdat binnen X al geruime tijd geen activiteiten meer worden verricht. De rechtbank verlaagt de boete wel met 5% omdat de procedure te lang geduurd heeft. In die zin is het beroep gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Wet op de omzetbelasting 1968 37d

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 8 februari

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen