De Hoge Raad oordeelt dat X in 2007 ab-winst heeft genoten. De gevolgen van het terugdraaien van de koopovereenkomst komen aan de orde bij de vaststelling van het belastbare inkomen uit ab van het jaar 2012.

A, de moeder van belanghebbende, X, overlijdt op 26 april 2006. X verkrijgt onder andere een pakket aandelen G bv dat A voor € 4537 had verkregen. X verkoopt de aandelen G bv eind 2007 voor circa € 1,1 mln aan Z bv. De inspecteur stelt de ab-winst die X in 2007 heeft genoten vast op € 1.083.558. X deelt vervolgens in 2012 aan Z bv mede dat hij de aandelentransactie wil terugdraaien, op grond van dwaling. Z bv gaat daar mee akkoord. X stelt vervolgens dat de in 2007 genoten ab-winst nihil bedraagt. Hof Amsterdam oordeelt dat X in 2007 ab-winst heeft genoten, omdat hij in 2007 een pakket aandelen heeft verkocht. Hieraan doet volgens het hof niet af dat de koopovereenkomst met terugwerkende kracht is vernietigd. Het Hof merkt hierbij nog wel op dat de vernietiging van de koopovereenkomst er toe leidt dat in het jaar waarin de overeenkomst is vernietigd een ab-verlies in aanmerking kan worden genomen. De aanslag blijft in stand.

De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur terecht de ab-winst in 2007 heeft belast en dat hij daarbij geen rekening hoeft te houden met de vernietiging van de overeenkomst in 2012. De gevolgen van de vernietiging van de overeenkomst komen pas aan de orde bij de vaststelling van het belastbare inkomen uit ab van het jaar waarin de vernietiging heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.12

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 24 november

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen