Hof Den Haag wijst het verzoek om herziening van zijn uitspraak af, nu de aangevoerde gronden geen feiten of omstandigheden bevatten als bedoeld in art. 8:119 lid 1 Awb. Zo is de eerste grond een nieuwe juridische stelling die strekt tot heropening van een reeds gevoerde discussie. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO). X verzoekt om herziening van dit arrest van de Hoge Raad. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
X verzoekt Hof Den Haag om herziening van zijn uitspraak van 9 juli 2019 (18/01056, V-N 2019/43.1.5). Het hof oordeelde dat X door ondertekening van een VSO voor de jaren 2010-2014 afstand heeft gedaan van zijn rechtsmiddelen wat betreft de fiscale behandeling van zijn pensioen van het Europees Octrooi Bureau (EOB). Volgens het hof heeft X afstand gedaan van rechtsmiddelen ten aanzien van een aantal in de VSO omschreven onderwerpen en niet ten aanzien van bepaalde jaren. De Hoge Raad (HR 5 juni 2020, 19/03909, V-N 2020/29.37.3) oordeelde dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 lid 1 Wet RO). X stelt in zijn verzoek om herziening dat op grond van art. 45 VWEU geen rekening mag worden gehouden met de bepalingen in de VSO die zien op de afstand van bepaalde rechtsmiddelen en dat over de door de werkgever betaalde pensioenpremies wel internal tax is geheven.
Hof Den Haag (V-N 2021/44.1.3) wijst X’ verzoek om herziening af. De door X aangevoerde gronden bevatten geen feiten of omstandigheden als bedoeld in art. 9:119 lid 1 Awb. De eerste grond is een nieuwe juridische stelling die strekt tot heropening van een discussie over de in de uitspraak van het hof van 9 juli 2019 besliste rechtsvragen. Daarvoor is het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld. De tweede grond is al eerder aangevoerd in de procedure en heeft het hof toen ook behandeld. De Hoge Raad (V-N 2022/8.21.3) verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO). X verzoekt om herziening van dit arrest van de Hoge Raad. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:119
Wet op de loonbelasting 1964 11
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad