Rechtbank 's-Gravenhage handhaaft de verzuimboetes die zijn opgelegd bij naheffingsaanslagen BZM.

Op diverse data in de periode van 6 juli 2010 tot en met 29 september 2010 is geconstateerd dat belanghebbende, X, met vrachtauto's waarvan zij op dat moment volgens de kentekenregistratie houder was, gebruik heeft gemaakt van de autosnelweg, terwijl zij niet voor aanvang daarvan de verschuldigde belasting zware motorrijtuigen (hierna: BZM) had betaald. Daarom zijn aan X naheffingsaanslagen BZM opgelegd. Bij elke naheffingsaanslag is een verzuimboete van € 147 opgelegd wegens het niet-betalen van de verschuldigde belasting. X komt in beroep tegen de verzuimboetes.

Rechtbank 's-Gravenhage overweegt dat voor het opleggen van de boetes niet vereist is dat sprake is van schuld of opzet bij X. De enkele constatering van het verzuim om de verschuldigde BZM te betalen is voldoende. Dat is slechts anders als sprake is van afwezigheid van alle schuld bij X. Daarvan is volgens de rechtbank in dit geval geen sprake. Anders dan X meent is er geen sprake van een meerdaadse samenloop als bedoeld in artikel 5:8 Awb. Er zijn geen verzachtende omstandigheden die reden kunnen zijn om de boetes te matigen. De opgelegde boetes zijn passend en geboden. De beroepen zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

2

Gerelateerde artikelen