X nv vormt in eigen beheer een voorziening voor het pensioen van haar directeur. Bij een onderzoek in 2015 wordt vastgesteld dat de directeur in 2010 73 jaar is geworden, dat tot dat jaar 2010 geen pensioen aan hem was toegezegd, terwijl X nv bij het berekenen van de pensioenvoorziening ervan is uitgegaan dat hij op 73-jarige leeftijd met pensioen gaat. In geschil zijn de naheffingsaanslagen loonbelasting en premie Algemene Verzekering Bijzondere Ziektekosten over 2011. Volgens het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn pas in 2011 pensioenrechten aan de directeur toegekend, zodat terecht de volledige waarde van de aanspraak in dat jaar tot zijn loon is gerekend. X nv gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de verwerving van een aanspraak die niet voldoet aan de voorwaarden van de Beschikking Pensioenen moet worden gerekend tot 'al hetgeen onder welke naam of in welke vorm ook uit een bestaande of vroegere dienstbetrekking wordt verkregen'. X nv stelt vergeefs dat de Curaçaose Landsverordening op de loonbelasting 1976 geen generieke bepaling kent die aanspraken tot het loon rekent. Het hof heeft het genietingsmoment van de aanspraak terecht gesteld op het moment dat die aanspraak is toegekend. Het doet dus niet niet terzake dat X nv mogelijk al in 2010 een pensioenvoorziening had kunnen vormen. Het beroep van X nv is ook voor het overige ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Belastingen overzeese Rijksdelen
Instantie: Hoge Raad