Het HvJ EU oordeelt dat de Bulgarije het ouderdomspensioen van Somova niet kan terugvorderen. De voorwaarde die Bulgarije aan het recht op ouderdomspensioen stelt is namelijk in strijd met het EU-recht.

Snezhana Somova dient begin 2007 een aanvraag in voor een Bulgaars ouderdomspensioen. Zij verklaart hierbij dat zij tot en met 31 mei 1996 in Bulgarije heeft gewerkt en sinds 4 juni 1996 niet meer verzekerd is geweest. In 2011 dient Somova een aanvraag in voor een ouderdomspensioen bij het bevoegde Oostenrijkse socialezekerheidsorgaan. Zij geeft hierbij aan dat zij van oktober 1995 tot juli 2011 was aangesloten bij het Oostenrijkse socialezekerheidsstelsel voor zelfstandigen. Bulgarije draait daarop de beslissing om aan Somova een pensioen toe te kennen terug, omdat Somova, op de datum van toekenning van haar ouderdomspensioen, de betaling van socialezekerheidspremies niet had beëindigd. De Bulgaarse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat de Bulgarije het ouderdomspensioen van Somova niet kan terugvorderen. Volgens het HvJ EU is de voorwaarde die Bulgarije aan het recht op ouderdomspensioen stelt, dat de betaling van de socialezekerheidspremies voor een in een andere lidstaat uitoefende werkzaamheid is beëindigd, namelijk in strijd met het EU-recht.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Sociale zekerheid algemeen

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 7 november

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen