X heeft in zijn aangifte IB/PVV 2019 een nihilinkomen zonder inhouding van loonheffing vermeld van Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (SPMT). Verder heeft X een inkomen van de SVB van € 7000 en daarbij een inhouding van € 500.000 vermeld. Ook heeft hij een aftrek premies lijfrente ten behoeve van zijn (klein)kinderen ten bedrage van € 5000 opgevoerd. De inspecteur heeft bij het opleggen van de aanslag de aftrek lijfrente gecorrigeerd en is uitgegaan van een pensioenuitkering van € 8404 en een AOW-uitkering van € 11.934 waarop geen loonheffingen zijn ingehouden. In geschil is of X recht heeft op vrijstelling van inkomstenbelasting voor het door hem ontvangen ouderdomspensioen en de AOW-uitkeringen vanwege onbelaste letselschade-uitkeringen.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het in het onderhavige jaar volgens SPMT en SVB gaat om een ouderdomspensioen en een AOW-uitkering. Er is geen aanleiding om niet van die informatie uit te gaan. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de informatie onjuist is en ook anderszins is dit niet gebleken. Op dergelijke inkomsten is geen vrijstelling van inkomstenbelasting van toepassing. Nu geen inhouding van loonheffing heeft plaatsgevonden, is evenmin ruimte voor verrekening daarvan. Verder zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij terecht premies lijfrente in aftrek heeft gebracht. De inspecteur heeft de aftrek terecht gecorrigeerd. X’ beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.127
Wet inkomstenbelasting 2001 3.124
Instantie: Rechtbank Den Haag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 4 december
Informatiesoort: VN Vandaag