Belanghebbende, X, is een Nederlandse wetenschapper die voor een periode van twee jaar aan een universiteit in de VS heeft gewerkt. De rechtbank heeft bij de tussenuitspraak geoordeeld dat X inwoner van NL is in de zin van art. 4 AWR en dat X daarom terecht aangeslagen is als binnenlands belastingplichtige.
Nu is met name in geschil of X ingevolge de wetgeving van de VS ook inwoner is van de VS als bedoeld in art. 4 van het Belastingverdrag NL-VS, en zo ja van welk land X inwoner is voor de toepassing van het Verdrag op grond van de zogenoemde tie-breaker.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het niet relevant is van welk land X op grond van art. 4 van het Verdrag wordt aangemerkt als inwoner voor de toepassing van het Verdrag. In geval dat X als inwoner van de VS moet worden aangemerkt, zijn de VS-looninkomsten op grond van art. 21 van het Verdrag alsnog in NL belast. Het beroep is ongegrond.
Lees ook het thema Grensoverschrijdende arbeid: wonen in Nederland, werken in het buitenland
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 9 februari