Fossiele bedrijven met activiteiten in de ruwe olie, aardgas, kolen en de raffinage van aardolie gaan een tijdelijke solidariteitsbijdrage betalen. Dat staat in een wetsvoorstel dat staatssecretaris Van Rij van Financiën naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De tijdelijke solidariteitsbijdrage in dit wetsvoorstel is conform de verordening (EU) 2022/1854 (V-N 2022/46.10) vormgegeven als een heffing over de overwinst in 2022. De overwinst wordt berekend door allereerst de referentiewinst te bepalen. Dit is de gemiddelde belastbare winst voor de vennootschapsbelasting uit de vier boekjaren die voorafgaan aan het boekjaar dat aanvangt in het kalenderjaar 2022 (met een minimum van nihil). De overwinst is het bedrag waarmee de belastbare winst voor de vennootschapsbelasting uit 2022 de referentiewinst met meer dan 20% overschrijdt. Die overwinst wordt dan belast tegen een percentage van 33%. De solidariteitsbijdrage ziet onder meer op boekjaren die aanvangen in het kalenderjaar 2022 en kent daarmee terugwerkende kracht. Het wetsvoorstel bevat eveneens een aantal formeelrechtelijke bepalingen die de termijnen voor indiening van de aangifte voor de solidariteitsbijdrage en het voldoen van de betaling hiervan regelen. Daarnaast bevat het wetsvoorstel een sanctiebepaling voor het geval waarin niet aan de in dit wetsvoorstel opgenomen verplichtingen wordt voldaan. Voor de solidariteitsbijdrage wordt een voldoening op aangifte voorgesteld. Ten slotte wordt er een tweetal fiscale aansprakelijkheden voorgesteld om het invorderingsrisico te mitigeren dat ontstaat als gevolg van de verlengde betaaltermijn.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 10
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]