Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv niet overtuigend aantoont dat de winstcorrectie onterecht is. De rechtbank wijst daarbij op het rapport van het boekenonderzoek en de verkregen informatie uit de derdenonderzoeken bij bv 4 en bv 6.

Belanghebbende, X bv, verkoopt in 2016 voor € 1 mln een onroerende zaak bestaande uit een perceel grond met leegstaande opstallen aan bv 6. Tijdens een controle stelt de inspecteur vast dat bv 4, een via een aandeelhouder van X bv gelieerde rechtspersoon, een bemiddelingsprovisie heeft ontvangen van € 700.000 in verband met de verkoop van de onroerende zaak. De inspecteur legt een VPB-navorderingsaanslag op aan X bv in verband met de aan bv 4 betaalde provisie.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv niet overtuigend aantoont dat de winstcorrectie onterecht is. De rechtbank wijst daarbij op het rapport van het boekenonderzoek en de verkregen informatie uit de derdenonderzoeken bij bv 4 en bv 6. De rechtbank volgt vervolgens het verzoek van de inspecteur om de winstcorrectie van € 750.000 te verminderen naar € 700.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

8

Gerelateerde artikelen