Aan de heer X is een bpm-naheffingsaanslag en een boete opgelegd. In januari 2010 is namelijk bij een politiecontrole geconstateerd dat X gebruik maakt van de openbare weg met een Mercedes die is voorzien van een Duits kenteken. In geschil is primair of X ten tijde van het geconstateerde gebruik in Nederland woonde. X is eigenaar van een woning in Nederland, die door zijn echtgenote - met wie hij van tafel en bed gescheiden leeft - wordt bewoond.
Rechtbank Breda oordeelt dat de inspecteur tegenover de gemotiveerde betwisting door X niet aannemelijk maakt dat X destijds in Nederland woonde. Hiertoe wordt ondermeer overwogen dat X door de Duitse autoriteiten wordt gezien als een Duitse ingezetene. Voor de Nederlandse inkomstenbelasting over 2009 is geaccepteerd dat X in Duitsland woont en is hij als niet-ingezetene aangemerkt. X heeft voorts de betaalde hypotheekrente in verband met de Nederlandse woning niet als kosten in verband met de eigen woning afgetrokken. Het beroep van X is gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Breda