X brengt in zijn aangifte IB/PVV 2015 een bedrag van € 3.323 aan specifieke zorgkosten in aftrek. De inspecteur wijkt van deze aangifte af en laat de specifieke zorgkosten niet in aftrek toe. In bezwaar specificeert X haar zorgkosten nader. De inspecteur laat bij uitspraak op bezwaar aftrek specifieke zorgkosten toe voor € 880. X betoogt dat de inspecteur ten onrechte de extra uitgaven voor kleding en beddengoed niet in aftrek heeft toegelaten.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X met haar summiere verklaringen niet aannemelijk maakt dat zij extra uitgaven voor kleding en beddengoed heeft gedaan die het gevolg zijn van ziekte of invaliditeit die ten minste een jaar heeft geduurd. De inspecteur heeft deze uitgaven terecht niet in aftrek toegelaten. Ter zitting stelt X dat zij aanspraak maakt op aftrek van hogere bedragen van reiskosten en medicijnen. De rechtbank sluit zich aan bij het standpunt van de inspecteur dat X dit eerder had kunnen aanvoeren. Deze beroepsgrond wordt tardief verklaard. X heeft wel recht op vergoeding van immateriële schade ten gevolge van overschrijding van de redelijke termijn door de inspecteur met twintig maanden.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 38
Algemene wet inzake rijksbelastingen 21
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland