Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat een geschat positief inkomen niet redelijk is, aangezien de activiteiten van mevrouw X volgens de inspecteur voorzienbaar verlieslijdend zouden zijn en van haar geen andere inkomensbron bekend is.

Mevrouw X start in 2014 een eenmanszaak. Uit haar btw-aangiften volgt dat slechts in dat jaar een geringe omzet is behaald. Haar echtgenoot geniet in 2014 € 46.800 aan PGB-inkomsten (zie 17/01313). X doet ondanks een uitnodiging, herinnering en aanmaning geen IB-aangifte over 2014. In geschil is de ambtshalve vaststelde aanslag, waarbij het inkomen uit werk en woning is geschat op € 30.000 en de verzuimboete van € 344. Rechtbank Gelderland verlaagt het inkomen tot € 6000. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een geschat positief inkomen niet redelijk is, aangezien de activiteiten van X volgens de inspecteur voorzienbaar verlieslijdend zouden zijn en van haar geen andere inkomensbron bekend is. Bekend is slechts dat haar echtgenoot PGB-inkomsten geniet, waarmee in het levensonderhoud kon worden voorzien. In het licht hiervan wordt haar inkomen verlaagd tot nihil. Het beroep van X is in zoverre gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 3.120

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 16 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen